Verandering in de stad is onvermijdelijk. Er wordt bijgebouwd, verdicht en soms is sloop en nieuwbouw noodzakelijk. Door deze stedelijke vernieuwing komt het thuisgevoel van ‘oorspronkelijke’ bewoners onder druk te staan die hun buurt zien veranderen, terwijl gemeente en corporaties juist proberen te handelen vanuit bewonersbelangen. Hoe verbinden we deze perspectieven? En hoe stellen we de belangen van bewoners centraal in de plannen? Hierover gaan we vanavond in gesprek aan de hand van het boek ‘Wij zijn de stad’ van Floor Milikowski.
Wat staat erop het programma?
Floor Milikowski, auteur van het boek ‘Wij zijn de stad’, zal haar boek presenteren. Aan de hand van enkele reflecties en een panelgesprek gaan we in op het boek en praten we door over het handelingsperspectief. Hoe kunnen corporaties, gemeente en bewoners in deze nieuwe sociale dynamiek het beste samenwerken om buurten te bouwen die de belangen van bewoners daadwerkelijk centraal stellen? Hoe behoud je talent in buurten en vertrek je vanuit de kracht van bewoners? Hoe zorg je ervoor dat mensen die zich willen inzetten voor de eigen buurt ruimte hebben om aan de slag te blijven?
Na afloop van het programma kun je een gesigneerd boek van Floor kopen.
Wij zijn de stad
Het boek ‘Wij zijn de stad’ laat een nieuwe sociale dynamiek in de stad zien: op steeds meer plekken nemen buurtbewoners het heft in eigen handen om de hechtheid van de buurt te bevorderen of in stand te houden. Bewoners kennen de buurt en haar inwoners immers het beste.
Voor deze bijeenkomst kunnen bestuurders en commissarissen van woningcorporaties 1 PE-punt ontvangen via de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.
Het realiseren van woningen voor hogere inkomens werd dertig jaar geleden omarmd als redding van verwaarloosde stadswijken. Nu wordt het gezien als belemmering voor hun emancipatie, zoals blijkt in Amsterdam-Nieuw-West en Zuidoost.
In ‘Wij zijn de stad, de buitenwijk als kloppend hart’ vraagt Floor Milikowski volgens recensent Vincent Kompier terecht aandacht voor de dynamiek in de wijken aan de rand van de stad. Toch is Kompier ook kritisch: “Ondanks dat alles als een trein leest, geeft het ontbreken van essentiële details het boekje iets nonchalants.”
Een curieus verschijnsel: een aanzienlijk deel van de maatschappelijke en ambtelijke sector gaat aan de haal met een filosofisch concept, namelijk het onderscheid tussen systeemwereld en leefwereld. Jos van der Lans en anderen doen er goed aan minder over die kloof te praten.