Wie is een echte Surinamer/Curaçaoenaar? Geprikkeld door het verhaal over haar Chinese overgrootvader, ging de op Curaçao woonachtige Ange Jessurun op zoek naar haar afkomst. Hierbij ontvouwde zich een familiegeschiedenis van diverse generaties in Suriname en Curaçao. De auteur deed op haar zoektocht verschillende ontdekkingen waardoor ze zichzelf en haar familieleden beter kan begrijpen. Tijdens de bijeenkomst neemt de auteur je mee door deze familiesaga en worden ook delen uit het boek voorgelezen. De avond wordt afgesloten met een nagesprek met verschillende sprekers.

‘Faya Lobi’ zal ook verkrijgbaar zijn gedurende deze avond.

Meer over ‘Faya Lobi’

Een meeslepende Surinaams-Curaçaose familiesaga in tijden van slavernij, migratie en manumissie, waar passie en liefde als rode draad doorheen zijn geweven.’

– Prof. dr. Elisabeth A. M. Echteld
Hoogleraar Caribische Literatuur aan de University of Curacao

Atsjak vertrekt in 1865 vanuit Hongkong als contractant naar Paramaribo. Tijdens de oversteek verruilt hij uit angst voor zwarte mensen zijn achternaam met Jong Baw. Eenmaal in Suriname wordt hij echter verliefd op de zwarte Emelia, die met haar hele familie in 1859 vrijgekocht werd uit de slavernij. Hun kleinzoon Antonius vertrekt, ondanks tegenstand van zijn vader, naar Curaçao. Hier ontmoet hij Angela, de liefde van zijn leven. Deze liefde lijkt bijna onmogelijk te zijn. Angela is afstammeling van plantagehouder Specht, die in 1660 de plantage Koraal Specht begon. Het verhaal volgt enkele generaties Specht door twee eeuwen heen en beschrijft hoe Angela’s strenge vader de liefde tussen Angela en Antonius zes jaar lang tegenhoudt. Na zijn toestemming wacht het stel nog een zware beproeving, waarna het huwelijk eindelijk plaats kan vinden. Angela en Antonius zijn gelukkig met hun zeven kinderen. Als na Angela’s dood een school naar haar vernoemd wordt, gaat een van de dochters op zoek naar de afkomst van beide ouders en het verhaal achter hun vurige liefde.

Meer over de sprekers

Ange Jessurun (Curaçao) levert al jarenlang een actieve bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van cultureel bewustzijn en (moeder)taalbeheersing met speciale aandacht voor de jeugd. Deze thema’s lopen als een rode draad door haar levenskeuzes en loopbaan. Ze is co-auteur van diverse Papiamentstalige onderwijsmethodes en spiritueel moeder van Arte di Palabra, een succesvolle Papiamentstalige schrijf- en voordrachtwedstrijd voor het voortgezet onderwijs. Hiervan publiceerde ze vier verzamelbundels. Faya Lobi is haar eerste Nederlandstalige roman.

Frank Tazelaar is een schrijver, dichter, componist, muzikant, en artistiek directeur van literatuurfestival Wintertuin. Wintertuin organiseert festivals, literatuurprogramma’s en workshops waarin ze fictie als gids gebruiken om door deze tijd te navigeren. Dit doen ze in theaters, bibliotheken, poppodia, azc’s, verzorgingshuizen, op scholen en online.

Rubia Jessurun groeide voor een groot deel op in Nederland, maar altijd binnen de warme Curaçaose invloedssfeer en binnen haar verbondenheid met de familie Jessurun, waar ze deel van uit maak. Door de ervaringen in haar jeugd heeft ze geleerd om naadloos mee te bewegen met de verschillende culturen om haar heen en overal aan te passen en thuis te voelen. Een thema dat als een rode draad door dit boek loopt. Het thema is nog steeds actueel, een van de gevolgen van migratie is dat het ons sterk en flexibel maakt. Ze is heel trots op haar tante en praat graag mee over de enorme prestatie die zij geleverd heeft.

Beeldend kunstenaar, schrijver en visueel onderzoeker Rachel Morón reflecteert met haar werk op haar Joods-Caribische familiegeschiedenis. Door middel van foto’s uit familiealbums uit Curaçao en New York, audio opnames over de gevonden Jiddische brieven en eigen beeldmateriaal vertelt Morón in twee bijzondere collages over een geschiedenis van vluchten, antisemitisme en de opbouw van een nieuw bestaan in de Cariben.