Het Nieuw Amsterdam Manifest dient als inspiratie voor en een oproep aan de formerende politieke partijen van ons stadsbestuur voor de komende twee coalitieperiodes. In ons manifest staat de burger centraal en is het uitgangspunt door middel van gelijkwaardige samenwerking met alle Amsterdammers te komen tot een duurzame, rechtvaardige, veilige, betaalbare en inclusieve toekomst. Lees in dit artikel hoofdstuk 9 en 10 van het Manifest en reserveer alvast je plekje voor 1 van onze verkiezingsprogramma’s tijdens ‘Amsterdam Kiest’!

Hoofdstuk 9: Creatief & slim

In een slim en creatief Amsterdam vormen de vele verschillende mensen met hun dromen en wensen de creatieve humuslaag van de stad. Hier kan en mag iedereen zichzelf zijn. Anders zijn en authenticiteit worden hier gevierd. Met de inzet van de verbeeldingskracht en creativiteit van ontwerpers, wetenschappers, onderzoekers en kunstenaars wordt de Amsterdamse samenleving mooier en beter ingericht. Het stadsbestuur stimuleert Amsterdammers om de toekomst van hun stad zelf te ontwerpen en te creëren. Technologische innovaties zet de gemeente alleen in ten behoeve van de Amsterdamse gebruiker en commerciële belangen zijn hierbij altijd ondergeschikt. Persoonlijke data is en blijft in handen van de inwoners.

In een Nieuw Amsterdam:

-> worden lusten en lasten slimmer en eerlijker verdeeld. In een slimme stad zijn de maatschappelijke en financiële lusten en lasten eerlijk verdeeld over alle inwoners en sectoren. Een creatieve en eerlijke verdeling zorgt voor het behoud van een grote diversiteit aan bewoners en bezoekers. Een deel van de toeristenbelasting kan bijvoorbeeld direct doorvloeien naar de cultuursector en een deel van de winsten van nieuwbouwprojecten kan naar de ‘opknapwoningen’ in de straat ertegenover.

-> ontvangen inwoners een persoonsgebonden budget voor cultuur. Amsterdammers krijgen een persoonsgebonden budget voor kunst en cultuur waarmee zij zelf beslissen aan welke culturele uitingen ze geld willen besteden. Zo ontstaan er meer mogelijkheden voor minder dominante cultuuruitingen en informele culturele plekken. Geld komt daardoor niet meer alleen terecht bij de grote instituten.

-> is niet elk stuk grond volgepland. Niet op alle plekken in de stad worden projecten ontwikkeld. Het is namelijk niet nodig om overal te bouwen, te planten en te plannen. Door vrije ruimtes te creëren, ontstaan er plekken waar mensen creatief kunnen rommelen, experimenteren en creëren. Deze plekken zijn broodnodig om kunst en cultuur te laten floreren.

-> wordt Amsterdam ontworpen door Amsterdammers. In de ontwikkeling van een nieuw Amsterdam luisteren gemeente, ontwerpers, architecten en project-ontwikkelaars naar de wensen van de stadsbewoners en -gebruikers. Amsterdammers staan daadwerkelijk centraal in participatieprocessen. Wanneer bestuurders daadwerkelijk luisteren naar inwoners, worden ze gemotiveerd om mee te bouwen aan de stad.

-> is de digitale leefwereld van Amsterdammers lokaal georganiseerd. Digitale stedelijke platformen voor diensten als voedselbezorging, personenvervoer en overnachtings-verhuur zijn in het Amsterdam van morgen lokale publieke diensten. Er is bij dit soort digitale voorzieningen geen plek commerciële tech giganten. De digitale dienstverlening is in handen van de Amsterdammer.

-> worden lokale know-how en talenten erkend en benut. In de stad van morgen heerst een brede waardering van al het lokale talent en ondernemerschap. De blik van de gemeente en andere opdrachtgevers is gericht op Amsterdamse vaardigheden en kennis, waardoor lokale initiatieven de aandacht krijgen die ze verdienen. Het is dan niet altijd nodig om voorbij de grenzen van Amsterdam te kijken waardoor de stad de stad de lokale kracht optimaal benut.

-> gaan bestuurders grote uitdagingen niet uit de weg. In een creatief Amsterdam loopt de gemeente niet weg voor pijnlijke keuzes en ongemakkelijke gesprekken over grote stedelijke uitdagingen. De aanpak van deze uitdagingen wordt zo ingericht dat er ruimte is voor interventies op systeemniveau. Met inzet van kennis, kunde en creativiteit kan de stad systemen herontwerpen wanneer dat nodig blijkt te zijn. Inwoners hebben ook een stem in het proces. Om te onderzoeken of nieuwe systemen en ontwerpen werken, is prototyping van belang. Over ideeën en prototyping wordt altijd transparant gecommuniceerd met de mensen die te maken krijgen met die nieuwe plannen.

-> hebben alle inwoners recht op ruimte en rust. Amsterdammers leven in een drukke stad. En omdat Amsterdam ook een digitale stad is, lijkt de onrust nooit te stoppen. Daarom is er in de toekomst veel minder ruimte voor grote billboards en andere reclame-uitingen. De publieke ruimte – zowel fysiek als digitaal – is zo ingericht dat mensen er tot rust kunnen komen. Binnentuinen van woningblokken worden bijvoorbeeld publiek toegankelijk voor stadsbewoners die opzoek zijn naar een rustige oase in het midden van de stedelijke drukte.

 

Hoofdstuk 10: Bruisend & mooi

In een bruisend en mooi Amsterdam is er voldoende ruimte voor innovatie, creatie en experiment. Zowel binnen als buiten de ring is het aanbod op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur, ondernemerschap en recreatie groot. Door de hele stad worden subsidiegelden eerlijk verdeeld en is er voldoende ruimte voor makers om te wonen, werken en presenteren. Culturele kansen zijn er voor iedereen in de hele Metropoolregio Amsterdam, waardoor creatieven volop de gelegenheid krijgen om de hele stad kleur te geven. Ook buiten het klassieke culturele centrum zijn er belangrijke instellingen te vinden; zowel groot als klein, ook in de woonwijken. Alle Amsterdammers hebben toegang tot cultuur. Het stadsbestuur behoudt de unieke en internationaal bekende culturele infrastructuur en connectiviteit, zodat de stad kan blijven innoveren, creëren en experimenteren.

In een Nieuw Amsterdam:

-> zijn er meer vrije ruimtes. In een bruisend Amsterdam hoeft niet elke centimeter van de stad een doel te hebben. Het stadsbestuur reserveert bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden altijd plek voor vrije ruimte, zodat er genoeg plek is om te experimenteren en creëren. Met meer culturele vrijplaatsen waar niets vaststaat en veel mogelijk is, kan de stad toegankelijk blijven voor beginnende makers en organisaties. Plekken als het Stenen Hoofd moet het stadsbestuur behouden en door de hele stad faciliteren, niet alleen aan de randen van de stad.

-> stimuleert het stadsbestuur een gelijkwaardige verdeling van het cultureel kapitaal. In het Amsterdam van morgen worden culturele budgetten gelijkwaardig uitgegeven zodat cultureel kapitaal – culturele kennis en vaardigheden en toegang tot cultureel aanbod – gelijkwaardig is verspreid over alle stadsdelen. Jonge talentvolle makers uit de randen van de stad krijgen evenveel kansen als de gevestigde culturele instellingen in de binnenstad. Alleen duurzame en gelijkwaardige samenwerkingen worden vanuit het stadsbestuur gestimuleerd.

-> is er soepele regelgeving voor cultureel en creatief initiatief. Innovatie, creatie en experiment zijn broodnodig voor de culturele bloei van Amsterdam. Vanuit het beleid is er soepele regelgeving in de (semi-)openbare ruimte voor culturele initiatieven. Zo kunnen organisaties en individuele makers blijven creëren en experimenteren. In elk stadsdeel is het bijvoorbeeld mogelijk snel en gemakkelijk – zonder vergunning – een kleinschalig festival te organiseren.

-> is nachtcultuur toegankelijk, bereikbaar en veilig. De Amsterdamse nacht is een toegankelijke ontmoetingsplek voor bezoekers, makers, ondernemers en werknemers. De nacht is toegankelijk en inclusief voor alle Amsterdammers. Daarom zijn er meer plekken waar mensen samen kunnen komen en zich thuisvoelen. Nachtclubs en -locaties zijn goed bereikbaar omdat metro’s de hele nacht door blijven rijden. Met extra budget en handhaving waarborgt de gemeente de (sociale) veiligheid op de dansvloer.

-> zijn de grote culturele instellingen toegankelijk voor nieuw en jong talent. In de toekomst zijn eenmalige oppervlakkige culturele samenwerkingen met partners uit andere stadsdelen niet voldoende om te voldoen aan de eisen van subsidieverstrekkers. De gevestigde culturele instituten maken werk van echte duurzame gelijkwaardige samenwerkingen met jong talent en nieuwe makers. De stad schat lokale culturele organisaties op waarde door ze te faciliteren en naar voren te schuiven in het culturele veld, zodat er duurzame inhoudelijke samenwerkingen ontstaan die het culturele kapitaal in de hele stad versterken.

-> zijn broedplaatsen inclusief en verbonden met de buurt. Met voldoende creatieve broedplaatsen verspreid over de hele stad, is het mogelijk dat deze plekken op buurtniveau opereren en de binding met de buurt versterken. Broedplaatsen moeten namelijk toegankelijke en inclusieve plekken zijn voor iedereen in de buurt. In het Amsterdam van de toekomst wordt er met bewoners samengewerkt, en niet alleen met bekende makers die toevallig buurtbewoners zijn. Juist in de randen van Amsterdam is ruimte en geld nodig om het culturele vermogen van de wijk(bewoners) te laten bloeien.

Samengesteld door
Menko Dijksterhuis
Designer