De stedenbouwkundige opzet van Amsterdam-Noord kent monofunctionele woonwijken, afgewisseld met parken en groene verbindingen. Deze groene buffers worden op veel plaatsen gebruikt voor sportvoorzieningen, volkstuinen en niemandsland, waardoor ze moeilijk doorwaadbaar zijn. Kunnen we het aanwezige groen een facelift geven en de verbindingen naar het landschap buiten de stad verbeteren? En kan dit landschap ook – meer dan nu – functies opnemen die de stad vooruit helpen? En biedt de verbetering van het groen dan ook speelruimte voor verdichting van de ‘rode’ gebieden? Kortom: Kunnen woningbouw en het versterken van groenverbindingen samen op gaan?

Het tweede deel van deze sessie staat in het teken van het trekken van conclusies door Like Bijlsma (PBL) en Merten Nefs (VDM) over de voorstellen en analyses voortkomend uit de ontwerpstudie ‘Het stadsranden-lab’.

Dit programma is ontwikkeld door
In samenwerking met
ProgrammareeksDag van de Stadsrand

Het aantal woningen in de stad neemt toe, maar de stad breidt niet uit. In een tijd waarin we bouwen in de stad om de landschappen te sparen, zijn de randen van onze almaar verdichtende steden belangrijke ontwikkelingsgebieden. In de ontwerpstudie ‘Het stadsranden-lab’, een initiatief van BNA Onderzoek en ARCAM, zijn vijf multidisciplinaire ontwerpteams op zoek gegaan naar nieuwe typologieën voor de stadsranden, waarbij vijf Amsterdamse stadsranden als testcase dienen.