Bouwen is van alle tijden. Meestal gaat het om het woonwelbevinden van de gezonde mens, maar onvoldoende om dat van de hulpbehoevende. Hoe zorgen wij ervoor dat door barmhartig bouwen ook ouderen en zieken aan hun (ver)trekken komen? De laatste stappen in de wooncarrière mogen geen stappen achteruit zijn, maar dienen tegemoet te komen aan de woon- en zorgwensen die op dat moment nodig zijn. De verschillende invalshoeken op het vlak van ontwerpen en bouwen voor zorggroepen, (neuro)psychologie, sociologie, politiek, juridische zaken, kosten én de praktijk worden besproken. En er is een oproep voor een Platform Woonzorg.
Programma
20.00-20.20 u. Charlotte ten Dijke, architect-directeur Tangram Architekten Amsterdam: Zuidoever, voorbeeld van een andere kijk op wonen/zorg
20.20-20.30 u. Barbara Voermans, programmamanager strategische koers Cordaan, voormalig locatiemanager ZuidOever: Bouw, organisatie en praktijk van Zuidoever
20.30-20.45 u. Ineke van der Ham, hoogleraar Technologische Innovaties Neuropsychologie RU Leiden: Perceptie en andere wetenswaardigheden van de dementerende mens en de gebouwde omgeving
20.45-20.55 u. Jan de Vries, directeur DSV Leven Katwijk: Betekenis van goede zorggebouwen en de financiële knoppen voor zorginstellingen; voorbeeldproject Nieuw Salem
20.55-21.10 u. Tymen Peverelli, projectmanager gemeente Amsterdam: Ouder worden en wonen in je eigen buurt.
21.10-21.30 u. Rondetafel met Ineke van der Ham (hoogleraar Technologische Innovaties Neuropsychologie RU Leiden), ‘onder voorbehoud’ Alexander Scholtes (Wethouder o.a. zorg Gemeente Amsterdam) anders Tymen Peverelli, Jan de Vries (directeur DSV Leven Katwijk), Delano Hoost (Directeur Stichting Krakie) en Christel van Oort (relatiemanager Zorg en Welzijn Triodosbank).
Nieuwe bergtoppen
Rond 1990 is de overheid teruggetreden, waarna de markt zich grote delen van de samenleving heeft toegeëigend, inclusief de zorg. Sindsdien halen de zorgkosten ieder jaar nieuwe bergtoppen. Is de zorgpremie voor steeds meer mensen een hindernis naar hulp. Versimpelen beleggers, financiers en aannemers de ‘complexe’ bouwopgaven van de zorgsector tot een vreugdeloos functioneel. Sluiten zorginstellingen tal van verzorgingshuizen. Worden zelfstandig wonende ouderen eenzaam en worden ‘lichte’ patiënten tot zelfverpleging veroordeeld. Zijn wachtlijsten lijdzame realiteit. Is er een vrije uitstroom van zorgsoldaten – want dat zijn het -, door een te hoge vechtdruk en een te povere soldij. Zijn op termijn te weinig mantelzorgers beschikbaar, omdat ze door de volksvergrijzing zélf mantelzorg nodig hebben. De vraag is dus: is er nog ruimte voor vormen van menswaardige zorg? Met nadruk op de ‘zachte waarden’ van zorgbouw.
Verbinding aangaan
Inherent aan de mens is verbinding aan te gaan met z’n medemens en z’n omgeving. In de kern gaat het erom hoe we met elkaar omgaan en hoe we de gebouwde omgeving van groot naar klein integreren en context geven: de regio, de stad, het stadsdeel, de wijk, het gebouw, de woning – en de infrastructuur ertussen. Hoe we leven bepaalt namelijk voor een groot deel hoe lang en gelukkig we leven. De broekriem aanhalen in een achterstandsbuurt is natuurlijk een heel ander heelal dan ontspannen flexen in een villawijk. Daarom is het niet gewenst mensen die zorg behoeven, ergens op hun minimaalst weg te plakken.
Psychologische en zintuiglijke invloed
Enkele cijfers. In 2040 zijn er meer dan 500.000 mensen met Alzheimer en krap 100.000 met Parkinson; in 2050 zijn er één miljoen vaak breekbare senioren die bovendien door de voortschrijdende medische wetenschap steeds langer leven. De opportunistische oplossing is deze bevolkingsgroepen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, af en toe per dag onder toeziend oog van mobiele mantelzorgers. Toch blijken ook speciale woonvoorzieningen voor hen dringend noodzakelijk, met de 24/7-mantelzorg in huis of nabij. Steeds duidelijker wordt immers dat de wijze van wonen van grote psychologische invloed is op het welzijn van mensen. Ze blijven gezond(er) of ze herstellen sneller bij ziekte.
Gevoel van vrijheid
Een verzorgingshuis wordt wonen met zorgvoorzieningen, bij voorkeur midden in de buurt. En dan niet als zorgkazerne met eindeloze gangen en een monotonie van kamers links en rechts, maar als een klein universum, ruimtelijk en licht opgedeeld in overzichtelijke eenheden die open verbonden zijn met zorgfaciliteiten, een gemeenschappelijke ruimte en een (overdekte winter)tuin. Ook kan het een ensemble van geschakelde woningen zijn voor een kleine gemeenschap rondom een gezamenlijke tuin met tastbaar groen. Voor een gevoel van vrijheid moet er ook steeds een relatie met buiten zijn, zelfs geen spoor van isolatie, desoriëntatie, claustrofobie of desolaatheid mag zich voordoen. Ook loopcircuits zijn belangrijk; doodlopende gangen of hermetisch gesloten deuren zijn onacceptabel. Met name voor mensen met Alzheimer luistert dat nauw. Zij kunnen zich slecht oriënteren en voelen zich al gauw angstig en verward.
Menselijkheid en gastvrijheid
Parameters voor de opzet en aankleding zijn menselijkheid en gastvrijheid, comfort en rust, huiselijkheid en geborgenheid, lichamelijke plus mentale genezing. Ook de kwaliteit van licht, lucht en geluid is belangrijk. Evenals de zintuiglijke beleving. Het licht (vides!) mag per ruimte meebewegen met de uren van de dag: nu eens warm, dan weer helder, dan weer omfloerst of binnenstromend, dan weer ingetogen of opgewekt. Zeker weten we: groen is helend. Natuurlijke materialen, geuren en kleuren voldoen het best. Bij uitstek hout werkt balsemend. Daarbij speelt ook de tastbaarheid een voorname rol. Te sterke contrasten in bijvoorbeeld kleur of patronen dan wel te sterke geuren dienen alleszins te worden vermeden. Dat kan onrust en onveiligheid bij de bewoners veroorzaken. Natuurkleuren werken rustgevend, net als de geur van bloemen, gras, koffie en voedsel. De akoestiek moet piekmomenten missen.
Zuidoever Amsterdam-Zuid
Een prachtig voorbeeld ter inspiratie dat op deze avond wordt gepresenteerd, is het project Zuidoever, ontworpen door Tangram Architekten. Het ligt in Amsterdam-Zuid en bestaat uit 54 appartementen voor mensen met dementie. Een van de praktijkuitkomsten is dat door de kwaliteit van leven de bewoners niet alleen minder zorg behoeven, maar dat ook het ziekteverzuim van het personeel decimeert. Dat leidt tweeërlei tot een aanzienlijke verlaging van de zorgkosten. Meer ervaring met deze vorm van bouwen beperkt de kosten nog meer. Uitgezet op een grote schaal van zorgvoorzieningen kan een menswaardig bestaan voor velen daarom onverkort werkelijkheid worden. ‘Na ons de zorgvloed’ dient een valse onheilsprofetie te zijn.
Tekst: Hans de Groot, Taalkwadratuur Amsterdam