De fiets is een gezond, betaalbaar en toegankelijk vervoermiddel dat een sleutelrol kan spelen bij de mobiliteitstransitie naar autoluwe steden. Waar voorheen inwoners mogelijk voor de auto kozen, kan de fiets met name voor afstanden tot vijftien kilometer een aantrekkelijk vervoermiddel zijn. Om bereikbaarheid zonder de auto te garanderen is een schaalsprong naar een beter regionaal fietsnetwerk in Amsterdam en omstreken wenselijk. Welke innovatieve interventies kunnen hieraan bijdragen, zodat men voortaan zonder zorgen de fiets naar werk neemt tussen bijvoorbeeld Haarlem en Amsterdam?
Op bestuurlijk niveau is het startsein op regionaal niveau al gegeven. ‘De Green Deal Fiets’, het ‘Uitvoeringsprogramma Doorfietsroutes’ en het ‘Regionaal Toekomstbeeld’ ambiëren allen voor het stimuleren van de fiets als duurzaam vervoersmiddel. Dit om de bereikbaarheid binnen de regio Amsterdam te verbeteren. Een rode draad door deze plannen is het verbeteren van de fysieke infrastructuur door hoogwaardige doorfietsroutes. Door middel van deze verbrede en veiligere routes wordt het gemakkelijker om met optimale doorstroming te fietsen van A naar B.
Helaas is dit niet enkel een kwestie van stoplichten weghalen en fietspaden verbreden. Hierbij moet men ook denken aan bestuurlijke barrières, waarbij er tussen gemeentes en wegbeheerders samengewerkt moet worden om een doorlopende route te realiseren. Ook het overbruggen van fysieke barrières zoals het IJ, treinsporen of autosnelwegen kan leiden tot een moeizamere implementatie van doorfietsroutes.
Enfin, fijne fietspaden zijn een must, maar hoe maak je het werkelijk aantrekkelijk om op de fiets te stappen voor de middellange afstand? Als onderdeel van de ‘Green Deal Fiets’ wordt er geopperd voor een regionaal netwerk van innovatieve fietsservicepunten. Voor langere fietsafstanden zou het wenselijk zijn om ook servicepunten te hebben waarbij je je fietsaccu kan laden, je banden kan oppompen of een koffietje kan halen. Het zou ook een plek zijn waar je werkkleding naar de stomerij kan brengen, of zelfs een pakketpunt: de ambities zijn groots. Dit zou het gemak van fietsen vergroten, en dus het ook aantrekkelijker maken om de auto te laten staan.
Daarbij speelt bewegwijzering ook een sleutelrol in het aantrekkelijker maken van de fiets. Om de herkenbaarheid van deze regionale doorfietsroutes te vergroten, wordt er steeds meer gebruik gemaakt van het nummeren van routes met F-nummers: parallel aan de autosnelweg A28 is bijvoorbeeld de F28. Ook uniform bord- en kleurgebruik om de routes aan te duiden helpen hierbij. In plaats van dat fietsers zelf hun routes moeten plannen en mogelijk omfietsen, kan toereikende bewegwijzering een stukje van het ongemak wegnemen.
—
Nieuwsgierig geworden? Praat en denk mee tijdens het programma ‘Van A Naar Beter Trappen’ op maandag 3 april om 20.00 bij Pakhuis de Zwijger.
Tijdens deze avond gaan wij in gesprek met Marja Ruigrok (Bestuur | Vervoerregio Amsterdam), Marjolein de Lange (Mobiliteitsexpert en lid Fietsersbond), Sander Buningh (Manager Mobiliteit | BAM infra), Elise Moeskops (Gemeenteraadslid D66 | Amsterdam), Ewoud Vink (Senior beleidsmedewerker Fiets | Provincie Utrecht), Arnout van den Bosch (Gemeenteraadslid PVDA | Amstelveen), en Matt Bearden (Adviseur actieve, duurzame en veilige mobiliteit | Arcadis).