Tien jaar geleden heeft zij met haar eerste horecaonderneming Canvas, op het dak van het Volkskrantgebouw, de omgeving nieuw leven ingeblazen. Nu wil Nadia Duinker via de kracht van de horeca, creatieve organisatie en duurzaamheid nieuwe ontmoetingsplaatsen in Amsterdam op de kaart zetten.

Allereerst, wie ben je en wat doe je?
‘Ik ben Nadia Duinker, 32 jaar en ik ben al 10 jaar samen met mijn man Thijs Timmers horecaondernemer. Wij zijn ooit begonnen op de bovenste verdieping van het Volkskrantgebouw met een horecaonderneming genaamd Canvas. Daar begon ik mij bezig te houden met ‘placemaking’.’

Wat is placemaking precies?
‘Placemaking heeft eigenlijk meerdere betekenissen, maar kort gezegd is het het opnieuw op de kaart zetten van plekken waar nog niet veel gebeurt. Dit is tegelijk een soort experimentele voorbereidingsfase voor stedelijke vernieuwing. Wijken worden opnieuw ontwikkeld, zodat het plekken worden waar mensen graag verblijven. Zo is Canvas ook begonnen, want eigenlijk zou het gebouw tijdens de crisis gesloopt worden, maar dat plan werd toch van de baan gehaald. Amsterdam Roest is in 2011 opgericht en heeft zeven jaar bestaan in de huidige hoedanigheid. Half oktober 2018 was het eindfeest van deze fase van Roest en het startschot van de ontwikkeling die daar gaat plaatsvinden. Vanaf juli gaan we in renovatie en we verwachten in mei 2020 officieel te kunnen heropenen. Momenteel wordt ook de wijk om Roest heen doorontwikkeld. Inmiddels is het een grote bouwput. Er worden meer dan 3000 woningen gebouwd en ook Roest gaat mee in deze gebiedsontwikkeling; de woonwijk en Roest worden aan elkaar aangepast zodat de samenhang goed is. De wijk zal gefaseerd opgeleverd worden: het hotel en de parkeerplaats zullen rondom de opening van Roest klaar zijn, maar totdat het hele eiland klaar is zijn we vijf jaar verder.

Daarnaast organiseer ik het Vrijland Festival, dit is steeds op verschillende locaties. Ooit begonnen we bij Roest, maar vanwege de groei heeft het vele verhuizingen gekend. Nu zijn we bezig in Amsterdam Noord; daar gaan we 5000 vierkante meter vullen met muziek, een stadsstrand en horecaondernemingen in open containers. Dus ik houd mij vooral bezig met horeca, maar ook met creatieve organisatie en conceptontwikkeling in de voorfase van gebiedsontwikkeling. Daarnaast heb ik een studioshop in de Czaar Peterstraat, Re-bell, waar ik samen met mijn compagnon duurzame mode maak en verkoop. Allemaal lokaal verantwoord geproduceerde unieke items van ons eigen label en een tiental andere labels die volgens dezelfde principes werken.

Wat is de meerwaarde van de Nieuw Amsterdam Raad voor jou?
‘Ik vind het heel erg leuk om op een andere manier betrokken te zijn met politiek. Normaal gesproken ben ik helemaal niet zo met de politiek bezig, maar het is een leuke uitdaging om met generatiegenoten vraagstukken meer out of the box te benaderen dan politici. Die kruisbestuiving en energie is heel waardevol voor de gemeenteraad, waar de boventoon toch doorgaans door de oudere generatie wordt gevoerd, die ook nog eens gebonden zijn aan bestaande politieke kaders. Als horecaondernemer ben ik betrokken geraakt bij gebiedsontwikkeling; dat is dus meer dan puur een horecazaak opzetten. Hierdoor zie ik dat er meer winst te behalen valt door samen te werken met ontwikkelaars, de gemeente, architecten en stedenbouwkundigen. Juist door die verbinding te zoeken met meer ondernemers en belangen kom je tot nieuwe mengvormen, waarmee je de stad interessanter en innovatiever kan maken.’

Wat wil je bereiken met de Nieuw Amsterdam Raad?
‘Ik hoop dat we met onze energie, zonder politieke kleur de gemeenteraad als een soort adviesorgaan kunnen inspireren. Wij als Nieuw Amsterdam Raad kunnen in clustergroepen kijken wat wij zien als oplossingen voor vraagstukken die wij belangrijk vinden. Op die manier kunnen we een verbindende factor zijn tussen de politiek en de Amsterdammers, omdat wij met onze poten in de modder staan en feedback krijgen van de mensen om ons heen. Wij horen meer van de mensen in onze omgeving en juist vraagstukken die als problemen op politiek niveau worden gezien worden soms anders ervaren door mensen in de stad. Ik hoop door toegankelijkheid meer een brug te slaan tussen politiek en mensen.’

Hoe ziet jouw stad van de toekomst eruit?
‘Ik wil meer synergie, meer verbinding tussen verschillende lagen in de samenleving, dat is heel belangrijk. Daarnaast moeten we ons architectonisch innovatief blijven ontwikkelen. Ik hoop dat daarin die lange termijnvisie terugkomt: niet zoveel mogelijk persen uit zo min mogelijk meters, maar verder denken. Een aantal dingen zijn hierin belangrijk: blijven werken aan de esthetiek, duurzaamheid en levendigheid van onze stad. Dit kan door herinrichting van openbare ruimte om het aantrekkelijker maken om te verblijven. Vanuit gemeentelijk beleid worden bepaalde keuzes gedreven door kostenbesparing en efficiëntie in onderhoud: er moet zoveel meter vrij blijven om het makkelijker schoon te maken, maar dit gaat vaak ten koste van de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Ik zie steeds meer gezinnen de stad uittrekken omdat het te duur wordt, of omdat mensen toch meer buitenruimte zoeken. Ik hoop ook dat we een stad blijven waar gezinnen nog steeds een plek vinden. De energie van kinderen en gezinnen zijn heel belangrijk voor de levendigheid overdag.’

Samengesteld door
Daniel Burgers
Stagiair Economie, Democratie en Onderwijs