Op dinsdag 16 april organiseert Pakhuis de Zwijger samen met REFRAME en Rebel het congres Living Mobility, waarin mobiliteit, klimaat en gebiedsontwikkeling met elkaar worden verbonden. We geven antwoord op dé vraag van het komende decennium: hoe realiseren we de enorme groei van onze steden, op een gezonde en duurzame manier, en blijven we mobiel binnen de stad? Op Living Mobility geven toonaangevende sprekers hun visie, bespreken we inspirerende cases uit binnen- en buitenland, én zijn er natuurlijk workshops voor de overdracht van concrete tools. Vandaag gaan we in gesprek met Ewoud Dekker, één van de organisatoren van het congres.

 

Hi! Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Ewoud Dekker en ik ben werkzaam bij Rebel. Wij zijn een onderneming die actief is op het raakvlak van privaat en publiek. Rebel is gestart als adviesbureau met een focus op infrastructuur en gaandeweg zijn we uitgegroeid tot adviseur, investeerder en initiatiefnemer van projecten in een breed scala aan sectoren. Belangrijk voor ons is dat die projecten van meerwaarde zijn voor de maatschappij. Zo werken we aan de gebiedsontwikkeling van de Merwedekanaalzone in Utrecht, adviseren we over de verstedelijkingsopgave en de ontwikkeling van stationsgebieden in Zuid-Holland, rekenen we aan het verlengen van de Amsterdamse metro naar Schiphol en zijn we mede-investeerder in de vernieuwing van de Afsluitdijk. Maar we zijn bijvoorbeeld ook één van de drijvende krachten achter Stichting Plezierrivier de Rotte en hebben voor kinderen uit Rotterdam Zuid de Rebel Junior Academy opgericht.

Waarom organiseer je Living Mobility?
De onderwerpen die de revue passeren op Living Mobility zijn uit ons dagelijkse werk gegrepen. Hoe realiseren we de enorme groei van onze steden, op een gezonde en duurzame manier, en hoe blijven we mobiel binnen de stad? Mobiliteit is slechts één van de onderwerpen in een gebiedsontwikkeling. Maar wel één die ondertussen vaak randvoorwaardelijk is voor het überhaupt kunnen ontwikkelen van gebieden. Het gaat dan al snel over de parkeernorm. Een bredere kijk op mobiliteit is echter nodig. Te beginnen bij de fijnmazigheid van voorzieningen, een stedelijke structuur die primair is ingericht op lopen en fietsen, en kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer. Voor de overige mobiliteit moeten we nieuwe duurzame oplossingen bieden, zoals deelfietsen en –auto’s. Helaas zie ik nog al te vaak dat die brede kijk op mobiliteit een ontbrekende en onduidelijke factor is in stedelijke ontwikkeling en daarom organiseren wij Living Mobility.

Waar kijk je het meest naar uit tijdens Living Mobility?
Ik kijk er erg naar uit om samen met deelnemers een stationsgebied te (her)ontwerpen dat aansluit bij de principes nabijheid en keuzevrijheid. Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, gaat spreken over de inrichting van onze steden. Hierbij luisteren we niet alleen naar zijn visie, maar stropen we ook de mouwen op. De urgentie, en ook potentie van stedelijke ontwikkeling, is het hoogst op plekken in de grote steden rondom stationslocaties. We moeten met name op dat soort locaties verdichten, functies mengen en inzetten op lopen en fietsen als primair vervoer.

Wat wil je bereiken met dit congres?
Ik hoop dat onze bezoekers naar huis gaan met ideeën en concrete oplossingen waarmee we gebieden wél kunnen ontwikkelen. Vanuit onze Rebel-visie op duurzame verstedelijking willen we met Living Mobility inspiratie en inzicht bieden in duurzame gebiedsontwikkeling, en hoe mobiliteit daar onderdeel van kan zijn. We moeten oplossingen vinden in plaats van zeggen dat een ontwikkeling niet door kan gaan!

Samengesteld door
Ticho Goossens
Stagiair programmamaker De Mobiele Stad
Dit artikel gaat over