De landbouw in ons land moet anders en dat kan door de monocultuur te veranderen in diverse graanlandschappen, weilanden en boomgaarden. In zijn boek geeft Dan Saladino een 40-tal voorbeelden van succesvolle veranderingen en aanpassingen vanuit de gehele wereld. Na acht jaar ontwijkgedrag werd de Nederlandse regering onlangs door de Europese Commissie op de vingers getikt om binnen twee maanden met een plan van aanpak hiertoe te komen. Tijdens deze inzichtelijke avond praten we met onder andere Dan Saladino over het verdwijnen van de biodiversiteit in de landbouw en veeteelt, oftewel de teloorgang van de biodiversiteit op ons bord en mogelijke oplossingen.
Over het programma
In de vertaling van Dan Saladino’s boek ‘Eten tot het op is’ zijn voor het eerst ook Nederlandse casussen opgenomen. Hoewel Nederland één van de grootste landbouwexporteurs ter wereld is, met producten als uien, aardappelen, champignons en niet te vergeten zuivel, blijft de diversiteit binnen deze sector beperkt. Veel Nederlandse weilanden bestaan slechts uit één soort gewas: Engels raaigras, het voer voor al onze melk-producerende huisdieren: runderen, schapen en geiten.Sinds het begin van deze eeuw is biodiversiteit een steeds belangrijker thema geworden in het publieke debat. Maar meestal wordt dan de biodiversiteit in de vrije natuur bedoeld en niet de agrobiodiversiteit, oftewel de diversiteit in landbouw, tuinbouw, veeteelt en visserij, die zorgt voor de diversiteit op ons bord.
Voor zijn inzet kreeg Saladino lof vanuit de gehele wereld en werd hij beloond met diverse prijzen, waaronder The Jane Grigson Trust Award, The Guild of Food Writers Award, The Fortnum and Mason Food and Drink Award en The James Cropper Wainwright Prize for Conservation Writing. Zijn Nederlandse vertaling verkocht zo goed, dat er inmiddels een tweede editie verkrijgbaar is.
Meer aandacht voor dit wereldwijde monocultuurprobleem en een oplossing voor onze landbouwcrisis is wat wij met deze Nederlandstalige editie “Eten tot het op is” dan ook beogen, door het aandragen van een drietal typisch Nederlandse items, c.q. de Lakenvelder koe, de Limburgse stinkkaas Rommedoe en de Amsterdamse gele komkommer, willen we laten zien hoe divers de Nederlandse agrobiodiversiteit is en hoe deze op ons bord kan gaan vallen. Tevens zullen wij in deze uitgave een extra Nederlandse inleiding volgens de inhoud van Saladino’s boek, de onderwerpen Uit het wild (honing), Granen, Groenten, Vlees, Vis, Schaal- en Schelpdieren, Fruit, Kaas, Alcohol, Stimulantia (koffie en thee) en Zoetwaren toevoegen.
