Bosbranden in elke windhoek, recordtemperaturen voor oceanen, uitgestorven insecten, prognoses van 700 miljoen vluchtelingen in 2030 en tot overmaat van ramp de ter-dood-verklaring van het heilige 1,5 graden-doel. Je zou denken dat wie het klimaatnieuws een beetje volgt, vroeger of later depressief wordt. Toch zijn we dat niet massaal. Sterker nog, we doen allemaal elke dag alsof er niks aan de hand is. Natuurlijk, er zijn steeds meer mensen die een klimaatpsycholoog opzoeken en een handjevol mensen gooit hun leven radicaal om. Maar de overgrote meerderheid staat elke ochtend op alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Hoe kan dat?
Volgens de Noorse psycholoog Per Espen Stoknes komt dit deels door een intern conflict. “Het enerzijds weten dat er iets aan de hand is, maar er niks aan (kunnen) doen leidt tot een innerlijk conflict, ook wel cognitieve dissonantie genoemd. Dit effect treedt op wanneer gedrag, emotie en cognitie (kennis) niet op één lijn liggen, en is een van de belangrijkste redenen dat veel mensen klimaatverandering negeren, bagatelliseren, of ontkennen.”
Zo lang ons handelen niet in lijn ligt met onze kennis, zal er dus altijd een intern conflict zijn dat opgelost wordt door de problemen te downsizen. En aangezien we, zoals Carice van Houten het onlangs verwoordde “allemaal zondaars zijn in een vervuilend systeem”, moeten we er dus vanuit gaan dat we onszelf allemaal voortdurend in de luren leggen. Met een goede reden: onze mentale gezondheid staat op het spel.
Het leidt echter wel tot “gevaarlijke fantasieën”, zoals filosoof Lisa Doeland het in haar nieuwe boek Apocalypsofie noemt. Uit alle nieuwsberichten over de klimaatramp zouden we moeten kunnen afleiden dat de wereld zoals we die kennen allang niet meer bestaat. En dat we, als we ons leven niet radicaal omgooien, op weg zijn om uit te sterven. Maar ons brein weigert die pijnlijke constatering te accepteren. En daarom worden we voortdurend verleid tot gedachten die proactief handelen in de weg staan: de illusie van de technofix (“technologische innovaties gaan ons redden”); de illusie van de verwaarloosbare verantwoordelijkheid (“kijk eens naar China”); de illusie van fatalisme (“het is al te laat”). We ontkennen, kortom, de omvang, ernst en urgentie van het probleem omdat we onszelf willen behoeden voor de pijnlijke waarheid dat we als soort op weg zijn naar de uitgang.
Het is dus de kunst om het beest in de bek te kijken, zonder er mentaal aan ten onder te gaan. We moeten leren uitsterven, om het zo te kunnen voorkomen. Hoe je dat doet leer je in het programma Uitsterven voor beginners (maandag 26 juni) waarin Lisa Doeland in gesprek gaat met een psycholoog, toekomstdenker Loes Damhof en hoogleraar humanitaire hulp Thea Hilhorst.