Sinds 9/11 is haat tegen vluchtelingen en moslims genormaliseerd in Nederland. Dit heeft geleid tot tweederangs burgerschap voor mensen met een migratieachtergrond, als gevolg van racisme, etnisch profileren en discriminerende wetgeving. Recent zien we ook dat de genocide op Palestijnen wordt gelegitimeerd door middel van Islamofobie. Op 25 september presenteert Bilal Ben Abdelkarim in Pakhuis de Zwijger zijn boek “Van dankbaar naar strijdbaar,” waarin hij ingaat op de transformatie en emancipatie van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Voorafgaand stelden we hem enkele vragen over emancipatie, racisme en de noodzaak van strijdbaarheid.
Hoe beïnvloedt de toenemende normalisatie van racisme de positie van de Marokkaanse gemeenschap, en welke veranderingen zie je hierin?
Ik zie twee verschillende uitersten. Bij veel mensen is er na meer dan twintig jaar demonisering van Marokkanen een soort gewenning opgetreden. Men is niet meer zo snel onder de indruk. Aan de andere kant zie ik ook angst. Mensen die zich zorgen maken over hun toekomst in Europa en hardop denken over een toekomst elders. Dat is een verschil met de periode na 9/11, toen was men ook angstig maar de bereidheid om te staan voor de rechten, om een tegengeluid te vormen was toen sterk aanwezig. Aan weggaan werd niet gedacht. Wat dat betreft maak ik me zorgen om de mogelijke gewenning want de situatie is nu urgenter dan voorheen, denk ik. Als je beseft dat extreemrechts nu niet alleen een uitdager is maar zelf de regering vormt.
In je boek benadruk je het belang van emancipatie als reactie op extreemrechts populisme. Kun je dieper ingaan op wat je onder emancipatie verstaat en hoe dit kan bijdragen aan een effectiever verzet tegen discriminatie en racisme?
Onder emancipatie versta ik een houding die van eigen kracht uitgaat, van een assertieve en betrokken houding waarmee je zelf actief vormgeeft aan je eigen vooruitgang. Het opkomen voor jouw rechten en bestrijden van racisme en discriminatie is daar een onderdeel van. Geen slachtoffermentaliteit maar op basis van gelijkwaardigheid participeren aan de maatschappij. De Marokkaanse gemeenschap beseft dat haar burgerrechten momenteel onder druk staan. Nooit eerder is er een kabinet geweest waarvan de grootste partij op een dergelijke manier nadrukkelijk het discrimineren van Marokkanen heeft gepropageerd. Waar wacht men nog op? Op de eerste deportaties? Voorbij de verschillen zouden verschillende organisaties gezamenlijk pal voor de burgerrechten moeten staan, de handen ineenslaan op bepaalde kernpunten zodat er samen opgetreden kan worden.
Je boek heeft de titel “Van dankbaar naar strijdbaar”. Wat bedoel je met deze verschuiving in houding en welke gevolgen heeft het aannemen van een strijdbare benadering?
De titel geeft de verschuiving van Marokkanen in Nederland aan: van gastarbeiders naar actief burgerschap. Niet meer de gehoorzame gastarbeider maar de assertieve burger die meestuurt in het bepalen welke richting we als samenleving op gaan. Helaas is het zo dat niet iedereen zit te wachten op geëmancipeerde Marokkaanse Nederlanders. Er is een groep Nederlanders die de gelijkwaardigheid van Marokkanen als intimiderend ervaart, liefst zien zij Marokkanen in Marokko of anders moeten ze hun plaats kennen. Denk aan de ‘minder Marokkanen’-leuze of de kopvoddentax. Als je je hiertegen verweert, als je je strijdbaar opstelt op het vlak van, laten we eerlijk zijn, basale mensenrechten, krijg je met verdachtmakingen te maken. Nu krijgen individuen te maken met verdachtmakingen als radicaal of antisemitisch als zij openlijk voor een Vrij Palestina zijn. Maar ook organisaties die stelling nemen tegen extreemrechts en opkomen voor de rechten van Marokkanen krijgen te maken met repressie. Als we het hebben over een strijdbare benadering dan is het belangrijk om te kijken naar de opkomst van de Arabisch-Europese Liga en vooral hoe de gevestigde orde erop reageerde. Het leek wel alsof ze het over de IS hadden als je politici en media moest geloven. De mate van demonisering en criminalisering van een organisatie die voor de rechten van minderheden heeft gestreden, deed denken aan een dictatoriale bananenrepubliek. Toen werd voor mij bewezen hoe noodzakelijk de strijd van de AEL was, omdat zij lieten zien dat niet alle burgers even gelijk zijn. De strijd van de AEL is nu helaas nog steeds noodzakelijk.