In dit interview spreker we Vincent Thepass, beleidsadviseur arbeidsmarkt bij de FNV. Op 30 oktober is hij te gast in het programma ‘Handjes tekort: minder publiek, meer markt?’. Thepass deelt hier alvast inzichten over hoe de publieke sector in Nederland wordt gewaardeerd en hoe die waardering – of juist het gebrek daaraan – bijdraagt aan de krapte op de arbeidsmarkt. Hij legt uit hoe bezuinigingen op zorg, onderwijs en kinderopvang uiteindelijk niet alleen de sector zelf raken, maar ook de samenleving als geheel.
Hoe kijken we als samenleving tegen de publieke sector aan? En hoe beïnvloedt die houding de krapte op de arbeidsmarkt?
Ik denk dat er vanuit de samenleving veel waardering is voor de publieke sector. Mensen weten hoe belangrijk de zorg, het onderwijs en de kinderopvang zijn maar dat dit niet terug is te zien in wat het kabinet doet. Als je kijkt naar de bezuinigingen op het budget van de publieke sector, bijvoorbeeld in de zorg, zie je dat de publieke sector veel te veel wordt gereduceerd tot een soort kostenpost. Er wordt een contrast geschetst: de publieke sector kost geld, het bedrijfsleven levert geld op. Terwijl die afhankelijkheid precies andersom is.
Als je goed kijkt, zie je dat elke werknemer in de kinderopvang zeven ouders in staat stelt om te werken. Een zorgprofessional maakt het weer mogelijk voor werknemers om gezond naar werk te gaan. En als je minder zorgprofessionals hebt, moeten andere werknemers meer mantelzorgtaken op zich nemen, waardoor ze minder uren kunnen werken. Meer goed onderwijs leidt tot meer goed geschoold vakpersoneel. Dus uiteindelijk is investeren in de publieke sector ook investeren in de oplossing voor de arbeidsmarktkrapte.
De publieke sector is eigenlijk onmisbaar voor onze samenleving. Het is niet voor niets dat we hebben bedacht dat we onze zorg, ons onderwijs, onze publieke voorzieningen ook echt collectief willen organiseren. We zijn er allemaal afhankelijk van en zakken door het ijs als we er geen beroep op kunnen doen.
Je zegt dus dat bezuinigen op de publieke sector ook grote kosten en lasten met zich meebrengen. Op wiens schouders vallen die lasten op dit moment?
Allereerst bij de mensen die het werk doen, in de vorm van nog meer werkdruk. Dat moeten we echt niet onderschatten en dit verergert de krapte ook weer, omdat professionals omvallen of de sector verlaten. En ten tweede voor ons allemaal, omdat we de gevolgen en kosten van verminderde publieke dienstverlening zelf direct dragen.
In de zorg zie je bijvoorbeeld dat bezuinigingen het directe gevolg hebben dat mantelzorgers met meer kosten en lasten worden opgescheept. Hun naaste blijft immers die zorg nodig hebben, ook als de overheid haar handen er vanaf trekt. Mensen die geen geld hebben om commerciële zorg in te kopen, moeten kiezen of ze zelf mantelzorg verlenen, en vaak vallen ze uit omdat ze die last niet kunnen dragen. Bezuinigingen op de publieke sector betekenen niet dat de kosten verdwijnen, maar dat die kosten verschuiven van het collectief naar het individu. In 2019 liepen Nederlandse mantelzorgers bijvoorbeeld 20 miljard euro aan loon mis. De zorg is daarmee dus een goed voorbeeld van hoe kosten uiteindelijk weer bij burgers terechtkomen.
Bovendien zijn die kosten ook niet eerlijk verdeeld. Mensen met lage inkomens hebben niet de luxe om hun ouders in een duurdere zorginstelling te plaatsen en moeten dus zelf opvangen met hun eigen tijd. Daarnaast zie je, zoals op veel andere gebieden, dat vrouwen relatief vaker voor de zorg van kinderen en het gezin opdraaien. In de praktijk komt ook vaak de mantelzorg vraag bij vrouwen terecht. Dit vergroot de genderkloof en de economische achterstand van vrouwen ten opzichte van mannen. Omdat vrouwen hierdoor minder uren kunnen werken, bouwen ze ook minder pensioen op, waardoor ze later met een pensioengat te maken krijgen. De verschillende ongelijkheden stapelen zich zo op.
Hoe kijkt het huidige kabinet naar deze problematiek?
De politiek zegt de krapte aan te willen pakken bezig, maar als je nu kijkt naar het regeerprogramma van kabinet Schoof, zie je dat ze eigenlijk precies de verkeerde keuzes maken. Het wordt steeds duidelijker dat we keuzes moeten maken over wat voor werk we kunnen doen, omdat niet alles kan. In plaats van het belangrijke werk in de publieke sector prioriteit te geven, kiest het kabinet ervoor om erop te bezuinigen. Ze zeggen letterlijk: we zorgen ervoor dat er minder werkende zorgprofessionals zijn en we bezuinigen op het onderwijs, zodat er genoeg personeel beschikbaar is voor kantoorbanen het bedrijfsleven.
Dat werkt averechts. Investeer in de publieke sector. Dat is niet alleen een kostenpost, we profiteren er uiteindelijk allemaal als samenleving van.
Het is duidelijk dat bezuinigingen in de publieke sector niet helpen bij het personeelstekort. Zie je ook andere factoren die meespelen met de krapte?
Ja, een heel groot probleem, en ik neem weer de zorg als voorbeeld, is dat steeds meer zorgprofessionals formulieren moeten invullen, omdat zorgverzekeraars alles willen controleren. Marktwerking is een heel groot probleem dat eraan bijdraagtt dat het minder aantrekkelijk is om in de zorg te werken. onder andere hierdoor, maar ook door de te lage lonen, stoppen steeds meer zorgprofessionals ermee. Van de nieuwe zorgprofessionals stopt 40% binnen twee jaar. Het werk moet echt aantrekkelijker worden.
Wat je in veel sectoren ziet, is dat steeds meer werk wordt neergelegd bij professionals, zij krijgen steeds minder ruimte om zelf te bepalen hoe zij hun vak kunnen uitoefenen zonder dat ze meer tijd krijgen om dat werk te doen. Het gevolg is dat de werkdruk hoger wordt, en mensen kunnen werk en privé steeds moeilijker combineren. Dit leidt tot meer burn-outs. Het is een vicieuze cirkel waarin mensen steeds harder moeten werken met hetzelfde aantal uren, en dat is uiteindelijk geen houdbare situatie.
Zijn er dingen die wij als burgers of maatschappij kunnen doen om de krapte te verminderen of het werk plezieriger te maken?
Ja, ga met je collega’s in gesprek en organiseer je samen, bijvoorbeeld in een vakbond. Dat is de meest effectieve manier om de omstandigheden waarin je werkt te verbeteren. Op die manier kun je prettiger werken, juist in de publieke sector.