Nederland als vakantieland is populair. Onze weelderige duinen, vlakke polders en ‘vrije’ moraal op het gebied van drugs trekken jaarlijks miljoenen toeristen. Binnen een halve eeuw is het aantal buitenlandse toeristen in Nederland gestegen van 6 naar 20 miljoen bezoekers per jaar. Toerisme is vaak welkom: het levert inkomsten op voor ondernemers en overheid. Helaas kennen we inmiddels ook de schaduwzijde. Hoe houden we toekomstig toerisme in Nederland in balans? En wat levert het op als we verder kijken dan geld? We gaan in gesprek over de ‘waarden’ van toerisme in Nederland.
Waar gaan we het over hebben?
Tijdens dit programma kijken we naar toerisme in heel Nederland. De groei van toerisme in ons land heeft de afgelopen decennia een vlucht genomen. En afgelopen zomer hebben ook veel Nederlanders de voordelen van vakantie in eigen land ontdekt. Als sinds het ontstaan van ‘de toerist’, wordt het bezoek van buitenaf door ondernemers en overheid gezien als bron van inkomsten. Tegelijkertijd zijn veel mensen ook trots op de plek waar ze vandaan komen en willen deze trots graag delen. Wat levert het ons op als we verder kijken dan alleen de voordelen van toerisme voor onze economie?
Om de begrijpen waar we staan, moeten we eerst terug naar waar we vandaan komen. In gesprek met cultuurhistoricus Jan Hein Furnée onderzoeken we de manier waarop we in Nederland in de loop der jaren tegen ‘de toerist’ aan kijken. Jan Hein is hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij deed onderzoek naar toerisme in Nederland in de 19e en 20e eeuw. Samen met hem onderzoeken we of men in de geschiedenis van toerisme alleen naar geld keek, of al wat verder. En hoe ziet hij het debat zich nu verder ontwikkelen?
Aan tafel sluit ook Douwe Wielenga aan. Hij houdt zich vanuit de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) bezig met toerisme. Nu, iets meer dan een jaar geleden, leverde hij een rapport op dat werd aangeboden aan staatssecretaris Mona Keizer. Inzet van het rapport was het wakkerschudden van Nederlandse beleidsmakers en politiek. Want hoe kan het dat voor een miljoenenindustrie maar 2 fte was vrijgemaakt bij het Rijk? In het rapport werd duidelijk dat de focus op het grote geld met de komst van toerisme, vaak leidt tot schrijnende situaties op de lange termijn. Als een plek te populair wordt, moeten kleine ondernemers, natuurgebieden, erfgoed of oorspronkelijke bewoners het vaak bezuren. Daarom introduceerde hij de term ‘waardevol toerisme’. Een toekomstige visie op toerisme in Nederland waarbij verder wordt gekeken dan geld. Wat heeft de komst van dat rapport opgeleverd? En is er inmiddels al iets veranderd?
Daarna gaan we in gesprek met Elke Dens van Toerisme Vlaanderen en Wilbert Lek van Rotterdam Parters. We praten met de over de verandering van het gedachtegoed binnen de toerismemarketing: de verschuiving van het trekken van grote aantallen toeristen, naar een breder pallet aan waarden voor de toeristen en de gemeenschap die ze ontvangt. Sinds een aantal jaar zet zij zich in voor een andere kijk op toerisme. Met de campagne Reizen naar morgen zet Toerisme Vlaanderen in op een toeristische sector die niet alleen geld opbrengt, maar ook de lokale gemeenschap in al haar andere facetten versterkt. Rotterdam Partners richt zich steeds meer op een duurzame economische groei. Het zijn juist die sociale, ecologische en historische waarden die ook versterkt kunnen worden door toerisme vinden zij. Maar dan moet je het wel op de juiste manier doen. Welke manier is dat dan? En hoe vertalen we dat naar de Nederlandse situatie?
Daarover gaan we in gesprek met Isabel Mosk en Jos Vranken. Beiden werken zij in de Nederlandse praktijk aan het toerisme vraagstuk. Isabel is strateeg op het thema toerisme en Jos is directeur bij NBTC Holland Marketing. Met hen gaan we in gesprek over wat we tot nu gehoord hebben. Moeten we inderdaad op een andere manier naar toerisme gaan kijken om het in de toekomst in goede banen te leiden? En zijn we op de goede weg? Of is er nog veel werk aan de winkel.