Het woningtekort eist al lange tijd zijn tol in Nederland; dit jaar missen we maar liefst 317.000 woningen. De Verenigde Naties voorspellen dat in 2050 twee derde van de wereldbevolking in steden zal wonen, wat de druk op steden vergroot. Steden bieden veel voordelen, zoals nabijheid van voorzieningen, werkgelegenheid en mobiliteit, maar ook nadelen zoals lagere sociale cohesie, vervuiling en hoge kosten. Mensen zijn dan ook minder gelukkig in steden dan in dorpen. Het is essentieel om gezonde, veilige en betaalbare omgevingen te creëren, maar deze aspecten staan steeds meer onder druk. Hoe kunnen we nieuwe aantrekkelijke woonplekken realiseren die de menselijke maat in acht houden? In dit artikel verkennen we vier historiserende stadsontwikkelingen, waaronder die van stedenbouwkundigen en architecten Léon en Rob Krier, om te begrijpen welke principes zij toepassen en waarom dit van waarde is.

Brandevoort – Nederland

Brandevoort heeft de structuur van een traditionele Nederlandse vestingstad en de uitstraling van een historische stad. Het succes van Brandevoort is te danken aan drie belangrijke aspecten. Ten eerste heeft Brandevoort een traditionele structuur die de principes van woonblokken, straten en pleinen implementeert, waardoor het op elk niveau mensvriendelijk aanvoelt. Deze structuur zorgt voor rust en veiligheid voor fietsers en voetgangers, doordat auto’s worden omgeleid en alleen bestemmingsverkeer toegang heeft tot de woonblokken. Ten tweede is Brandevoort ontworpen met oog voor de context van de omgeving. De architectuur sluit naadloos aan bij de lokale cultuur en de nabijgelegen stad Helmond, waardoor een harmonieuze en herkenbare leefomgeving ontstaat. Ten derde bestaat 22,5 procent van de woningen uit sociale huurwoningen, die verspreid zijn over het gehele gebied. Dit zorgt voor een diverse en inclusieve gemeenschap. Al met al is Brandevoort een plek die betaalbaarheid, wandelbaarheid en veiligheid combineert tot een aantrekkelijke woonomgeving

 

Poundbury – Engeland

Dit dorp is ontwikkeld door niemand minder dan de koning van Engeland, King Charles III. Hij zag dat in zijn geliefde land tussen 1955 en 1985 maar liefst 1,5 miljoen huizen werden gesloopt. Wat ervoor in de plaats kwam, waren voornamelijk moderne (galerij)flats. In 1982 gebeurde er iets dat de druppel was voor Prince Charles: de moderne plannen voor de uitbreiding van de National Gallery op het klassieke en geliefde Trafalgar Square. Door middel van een speech wist Prince Charles deze plannen te voorkomen. Vervolgens schreef hij een boek en maakte hij een documentaire over hoe hij zijn geliefde land zag veranderen in een anonieme, grijze plek. Maar dat vond hij niet genoeg; hij besefte dat hij een voorbeeld nodig had voor een alternatief. Daarom besloot hij zelf een dorp te ontwikkelen op een stuk land dat hij in bezit had.

Het succes van Poundbury heeft onder andere te maken met de juiste functiemenging. Léon Krier stelde dat sociale huur geen zin heeft als je geen sociale werkplekken creëert. Veel inwoners van Poundbury hebben hun eigen bedrijf in de plint zitten dankzij de goedkope huur van de commerciële ruimtes. Daarnaast had Léon Krier de visie om in Poundbury niet alleen één dorpscentrum te maken, maar ook lokale centra, om meerdere kleinere gemeenschappen te faciliteren. Daarbij werden er goede voetgangerspaden aangelegd, zodat alles binnen tien minuten lopen te bereiken was. Het concept van King Charles is door andere ontwikkelaars en architecten in heel Engeland overgenomen, wat het succes van Poundbury des te meer bevestigt.

Les Plessis Robinson – Frankrijk

Les Plessis Robinson, een voorstad van Parijs, heeft door de jaren heen een opmerkelijke transformatie ondergaan. Voor de Tweede Wereldoorlog werd hier het Engelse concept van de tuinstad geïntroduceerd. Na de oorlog kwam de lokale communistische partij aan de macht en beheerste de stad de volgende veertig jaar. Dit leidde tot de uitbreiding van de stad met naoorlogse flatgebouwen, waarvan 72% bestond uit sociale huurwoningen. Door de concentratie van gemarginaliseerde groepen verarmde Les Plessis Robinson echter, met vervuiling, hoge criminaliteit en achterstallig onderhoud aan twee derde van de woningen als gevolg.

In 1989 won Philippe Pemezec de lokale verkiezingen en stelde hij zich tot doel Les Plessis Robinson te verfraaien. Samen met hoofdarchitect François Spoerry ontwikkelde hij een masterplan voor het gebied. De kern van dit plan was het vervangen van de harde architectuur van de naoorlogse flats door zachtere, meer uitnodigende ontwerpen. Daarnaast werd bepaald dat er voldoende sociale huurwoningen moesten blijven, maar dat er ook koophuizen moesten worden gebouwd om een diverse bewonersmix te creëren. Inwoners van sociale huurwoningen kregen bovendien de mogelijkheid om onder gunstige voorwaarden een huis te kopen, wat hen zou helpen uit de armoede te komen.

Tegenwoordig omvat Les Plessis Robinson alles wat je van een stad verwacht: groene structuren, pleinen, levendige openbare ruimtes, meanderende straten en een goede functiemenging. Door de implementatie van deze strategieën is Les Plessis Robinson getransformeerd tot een aantrekkelijke en diverse gemeenschap, waarin mensen van verschillende achtergronden samenkomen en de stad weer tot bloei kwam.

Cayal – Guatamala

Het verhaal van Cayal begon bij een familie uit Guatemala, die een stuk grond bezat midden in Guatemala City. Rond 2000 besloten ze dit land te ontwikkelen tot vastgoed. Architecten Maria Sanzec en Pedro Godoy, samen met stedenbouwkundige Leon Krier, werden bij het project betrokken. Het initiële plan van de familie was om er een ‘gated community’ van te maken. Door de hoge criminaliteitscijfers in Guatemala kiezen veel welgestelde bewoners ervoor hun huis met een hek te omringen. Maar dit stond haaks op de visie van Maria, Pedro en Leon. Zij wilden een open ‘mixed-use space’ creëren met appartementen, winkels, kantoren, een kerk, maatschappelijke functies en prachtige openbare ruimtes waar mensen samen kunnen komen.

Na veel overtuigingskracht is de Cayal die zij voor ogen hadden gerealiseerd. Ze hebben een plek gecreëerd die aanvoelt alsof deze er altijd al was. Verschillende stijlen uit de Guatemalteekse geschiedenis zijn geïntegreerd, zoals Art Deco, classicisme, Spaans koloniaal en zelfs Maya architectuur. Het gebied is ook aangepast aan het Guatemalteekse klimaat, met kleien daken die tropische regenstormen afweren en galerijen die schaduw bieden tegen de warme temperaturen. In Cayal is de auto slechts te gast. Er zijn bijna geen verkeersborden en drempels te vinden, door de meanderende straten worden auto’s op een natuurlijke manier afgeremd. De lokale architectuur zorgt voor continuïteit en samenhang in het landschap. Al deze componenten maken Cayal vandaag de dag tot een bruisende stad, geliefd door haar inwoners en de mensen in de omgeving.

Uit deze vier unieke stedelijke ontwikkelingen kunnen we waardevolle lessen trekken voor het creëren van steden op menselijke schaal. Het gebruik van de lokale identiteit van een land of gebied schept een gevoel van verbondenheid en eigenaarschap onder de bewoners. Ook een juiste mix van betaalbare en duurdere woningen is essentieel om een diverse gemeenschap te bevorderen. Dit draagt bij aan een levendig en inclusief karakter van de buurt. Dit geldt ook voor de betaalbaarheid van commerciële ruimtes, om zo lokale ondernemerschap te stimuleren. Het inrichten van de openbare ruimte met de voetganger als prioriteit, in plaats van de auto, zorgt voor een veilige en aantrekkelijke omgeving. Daarnaast speelt het adaptief omgaan met het lokale klimaat een cruciale rol in het ontwerpen van openbare ruimtes. Door te leren van de principes en successen van deze projecten, kunnen we streven naar steden die niet alleen functioneel en efficiënt zijn, maar bovenal gezonde, gelukkige en leefbare leefomgevingen bieden voor hun bewoners.

Op maandag 17 juni bespreken we in het programma Mooibouw wat een stad aantrekkelijk maakt en hoe dit het welzijn van mensen beïnvloedt.

Meld je hier gratis aan!