Gedragseconoom Eva van den Broek houdt zich bezig met gedragsinterventies in de stad en probeert daarmee een brug te slaan tussen wetenschappers, beleidsmakers en burgers. Ze pleit ervoor om de stem van de burger een belangrijke rol te geven. In Pakhuis de Zwijger gaat Eva dit live uitproberen met het publiek als voorspeller. Lees hier alvast een voorproefje van wat we van Eva kunnen verwachten.

Wie ben je en wat doe je?
“Met de stichting Behavioural Insights help ik organisaties om hun producten of beleid zo neer te zetten, zodat mensen er ook echt wat mee doen. Dat doen we op heel breed uiteenlopende onderwerpen. Meestal gaan ze over duurzaamheid en gezondheid, maar soms ook over arbeidsmarkt, studiekeuze of handhaving. Allemaal met een maatschappelijk nut. Het gaat niet over regels opleggen en boetes uitdelen, maar over andersoortige maatregelen om mensen goed gedrag te laten vertonen.”

Je bent gedragseconoom. Kun je uitleggen wat dat precies is?
“Ik ben een soort wannabe econoom. Ik weet niet zoveel van geld, financiën en macro-economie; ik weet vooral veel van hoe mensen zich gedragen. En dat heb ik geleerd door in het laboratorium experimenten te doen. Door het vergelijken wat twee vergelijkbare groepen mensen doen in twee verschillende condities, kun je precies zien welke kleine verandering mensen tot ander gedrag aanzet. Sinds tien jaar doe ik zulke experimenten in het groot, in het veld.

Het verschil tussen gedragspsychologie en -economie is heel klein, maar ik maak er graag ruzie over met psychologen. Economen zien een mensenhoofd als een black box. Het maakt ze niet zoveel uit wat erin zit. Ze kijken gewoon naar wat mensen doen. Economen hebben het altijd over revealed preferences. Wat zie je dat mensen kiezen? Op basis daarvan proberen economen gedragsmodellen te bouwen; niet op basis van wat mensen denken dat er in iemands hoofd zit. Het grote verschil is dus de manier van experimenten doen en modellen maken. Psychologen mogen, heel gechargeerd gezegd, vliegen en liegen, en economen niet. Ze mogen zeggen dat een experiment over X gaat, terwijl ze daadwerkelijk Y testen. Economen, daarentegen, moeten altijd exact uitleggen wat het doel is, wat de spelregels zijn en wat je aan het doen bent.

“Als gedragseconoom houd ik me bijvoorbeeld bezig met prediction markets. Dat zijn kwantitatieve voorspellingen waar mensen ook echt geld op pledgen om te zien wat er gaat gebeuren in de toekomst. Zo’n market is een economisch speeltje om bijvoorbeeld te zien of Trump in 2020 nog steeds aan de macht gaat blijven. Het blijkt een heel goed werkend voorspelmechanisme te zijn.”

Door wie of wat word jij geïnspireerd?
“Door de vrouw die ik in een blog uit 2011 mijn kerstengel heb genoemd. Vorige week heeft ze de Nobelprijs voor Economie gekregen. Voor haar heb ik echt heel veel bewondering. Ze heet Esther Duflo en heeft binnen de ontwikkelingseconomie de experimentele manier van werken geïntroduceerd. Daarbij gebruikt ze heel onorthodoxe methodes. Bijvoorbeeld het uitdelen van zakjes linzen in Afrikaanse dorpen met als doel kinderen te laten vaccineren of naar school te laten gaan. Het zit altijd een beetje op het randje. Is dit ethisch? Is dit paternalistisch? Of is dit gewoon wat het beste werkt? “Ontwikkelingseconomen zijn loodgieters”, zegt zij heel mooi. Ze kijken naar het doel dat je wilt bereiken met beleid. Vervolgens kijken ze naar hoeveel lek er in de pijpleiding zit. Mensen vragen geen subsidie aan? Dan moeten we dat makkelijker maken. Vergeten mensen iets te doen? Dan sturen we ze een herinnering. Wat werkt? Wat niet? Draaien, draaien. Met vallen en opstaan kijken wat de beste vorm is. Dat bewonder ik enorm. In Nederland zouden we met deze manier van werken nog veel kunnen bereiken en daar maak ik me hard voor met mijn stichting.”

Hoe kijk jij aan tegen enerzijds het paternalistische aspect van interventies en anderzijds de liberale samenleving waarin we leven?
“Ik ben daarin behoorlijk outspoken. Ik vind dat mensen beschermd moeten worden tegen beïnvloedingsmethodes van marktpartijen. Denk aan pop-ups met privacy informatie waarbij de ‘Ja, ik accepteer nu de voorwaarden’ al is aangevinkt. Of denk aan reclame. Voor sommige producten is het marketingbudget gewoon enorm. Zo lobbyt de frisdrankindustrie in de VS voor 30 miljoen per jaar tegen belastingen op frisdrank. Beleidsmakers moeten burgers op de een of andere manier daartegen beschermen. Op dit moment zijn de beïnvloedingskrachten van de marktpartijen echt veel sterker dan die van onszelf of beleidsmakers. Dat is heel onevenwichtig, dus kom maar door met het paternalisme.”

Wat verwacht je van het programma van volgende week?
“Ik hoop dat mensen het leuk vinden om na te denken over hoe anderen en zijzelf beïnvloed worden, daarover te stemmen en hun intuïties te testen. Bovendien hoop ik dat ze er nog eens over doorpraten met anderen. Hopelijk kunnen we vaker van dit soort type programma’s doen, waarbij beleidsmakers horen wat er speelt in de stad en onder de mensen, en hoeveel meer draagvlak ze hebben dan ze denken. Dat brengt ons weer terug bij het paternalisme. Volgens mij zijn veel beleidsmakers bang voor dat verwijt. Onnodig, want burgers willen best. Al weet ik dat niet zeker. Dat gaat we morgen uitvinden.”

Wat moeten mensen echt nog weten over het programma?
“Ten eerste, ik ben relatief sceptisch over de uitspraak dat een beter milieu bij jezelf begint. Mijns inziens begint een beter milieu bij democratie in een andere vorm. We moeten laten horen aan beleidsmakers wat er moet gebeuren om onze medemensen de goede kant op te duwen, inclusief onszelf. Vind je dat ook? Kom dan naar het programma. Ten tweede, het wordt leuk, want we gaan een prediction market doen met een aantal belangrijke onderwerpen over duurzaamheid. Je kunt hier ook drankjes mee winnen. Hoe beter je voorspelt, des te meer drankjes je wint!”

Benieuwd naar het programma? Maak hier je reservering!

Samengesteld door
Yolie Michielsen
Stagiair Programmamaker De Duurzame Stad